160508
5a. About speed junkies
The general excuse for exceeding the maximum speed is that it saves time. Recently, a report by
Adrian B. Ellison and Stephen P. Greaves once again demonstrated the sad truth: gaining a few seconds
a day results in one casualty for every 2458 hours saved, about 10% of victims being fatal. “Full speed
compliance – and consequently a dramatic reduction in the road toll – could be achieved through almost
imperceptible increases in travel time by each driver,” is their conclusion. The research concerned
was done on Australian 100 km/h roads in dry conditions, in urban areas. But the principle will prove to
be valid everywhere. With different numbers, yes, but especially worse numbers in many countries
with a different traffic regime. The Dutch situation is a case in point – outside roads restricted to cars,
which are a minority in that country, traffic is a complex mix of cars, bicycles etc.
Now why do people speed at all, then? Well, probably just because they like to! One worrying cir-
cumstance is that roads designed to be safe also tend to be boring, and speeding is a sort of remedy.
Something else will be that for many people speeding is fun as such, and, as ‘pleasant’ things often are:
rather addictive.
Instead of battling it, politicians are inclined to cater to this fatal addiction – for electoral reasons.
Indeed, the Dutch minister responsible for raising the maximum speed on motorways to 130 km/h was quite
frank about it. In reply to all the protests it caused she declared: “It must be done because it agrees
better with drivers’ experience,” which translates to “It’s what drivers like.” The thing is, once
adapted to a high speed, readjustment to lower speeds takes an effort, which the speed junkies don’t like.
  
5b. Handhaven moet juist overal
In ons blogdeel 2a namen we Gerard T. op de hak, die afkondigde dat handhaven van de maximum toe-
gestane snelheid alleen hoort “waar dat moet”. En verder nergens, vindt hij. Nou beweert hij wel vaker
iets, eh, eigenaardigs en wij hebben daar in Babel of gebazel 2 al eens over geklaagd. Maar nu gaan
we het gewoon hebben over de stelling dat je juist overal de maximum snelheden moet handhaven.
In de laatste zin van 5a hierboven staat al even dat het na gewenning aan een hoge, of liever te hoge
snelheid, moeite kost om je weer aan lagere snelheden aan te passen. Het sleutelwoord is hier ‘gewenning’ –
dat lijkt toch iets simpels, maar denk maar eens aan de zware ontwenningskuren die verslaafden moeten
ondergaan. Aan iets ‘wennen’ kan soms diep ingrijpen in ons gestel, om de gewenning weer kwijt te raken is
wat meer nodig dan even wachten tot het weer over is.
Gewenning kan behalve langdurige aanpassing ook een tijdelijke verandering in je instelling betekenen.
Dat gebeurt in allerlei situaties: na lang vertoeven in een omgeving met rode wanden, gordijnen en lampen,
wat sommige mannen soms zomaar schijnt te overkomen, is de wereld na het verlaten ervan opeens verschrik-
kelijk groen. Kleurenblinden hebben dat niet, en niet omdat ze dergelijke omgevingen niet zouden bezoeken,
maar meer vanwege hun beperkte kleurwaarneming; zij zouden zoiets wel ervaren na lang vertoeven in de veel
zeldzamere blauwe omgevingen: o wat is daarna dan alles geel.
Soms gaat het om meestal als ‘biologisch’ begrepen processen, dan weer om verschijnselen die traditioneel
worden opgevat als ‘psychologisch’. In dat ene organisme dat ieder van ons is maakt dat niks uit, en voor
ons gedrag ook niet. In Over renormalisatie, het leven, autobestuurders, wolven, fietsen staat een uitgebreid
verhaal over hoe fundamenteel de gevolgen van gewenning, of renormalisatie, wel kunnen zijn. In dit blogdeel
is het ons te doen om die aanpassing aan hoge snelheid, en dan vooral op lange termijn.
Als je van de autoweg pardoes terechtkomt in een 30 km/u gebied lijkt dat idioot langzaam. Het kost merkbaar
moeite, ook als je zeldzamerwijze van goede wil bent, om je eraan te houden. Al gauw betrap je je erop dat je
toch weer harder gaat. En dat is echt onveilig. (Trouwens, zelfs die 30 km/u is niet ‘veilig’ – bedenk dat als
er in zo’n gebied op 6 meter voor je plots een kind vanachter de heg oversteekt, er heel weinig kans is dat je
dat kind vermijden kunt. Met 30 km/u leg je in 1 seconde nog altijd ruim 8 meter af en je reactietijd is door-
gaans al meer dan een seconde…)
Maar dit effect werkt natuurlijk ook in de niet-incidentele situatie en de langere termijn. Wie gewend raakt
te hard te rijden op sommige wegen krijgt ook de neiging te hard te gaan op andere. Overal handhaven
is daar dan het enige antwoord op.